|
Aanbidding
Ramon Plakke 25 januari 2003 InleidingAanbidding is wat
we doen tijdens bijvoorbeeld de zondagochtend dienst in de gemeente voor de
preek. Maar ik wil het vandaag niet in eerste instantie hebben over de
gezamenlijke aanbidding. Ik wil het voornamelijk hebben over aanbidding in het
dagelijks leven van iedere gelovige. De relatie tussen jou en God is de basis. Wat is aanbidding?Lukas 10: 38-42: “Terwijl
zij op reis waren, kwam Hij in een zeker dorp. En een vrouw, Marta geheten,
ontving Hem in haar huis. En deze had een zuster, genaamd Maria, die, aan de
voeten des Heren gezeten, naar zijn woord luisterde. Marta echter werd in
beslag genomen door het vele bedienen. En zij ging bij Hem staan en zeide:
Here, trekt Gij het U niet aan, dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg
haar dan, dat zij mij komt helpen. Maar de Here antwoordde en zeide tot haar:
Marta, Marta, gij maakt u bezorgd en druk over vele dingen, maar weinige
zijn nodig of slechts één ; want Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat
van haar niet zal worden weggenomen.” Er is niet veel
nodig, zelfs maar 1 ding en wat is dat? Het ‘goede deel’ wat Maria heeft
uitgekozen, namelijk: Zitten aan de voeten des Heren, luisteren naar zijn
woord. Dit is de kern van aanbidding. Ik stel me dat zo voor dat Maria zo op de
grond zat zoals vaak jonge mensen op de grond zitten of kinderen en opkeek naar
Jezus, met open mond alles indronk wat Jezus zei. Misschien dat ze soms wat
vroeg, maar ik denk toch dat ze voornamelijk vol aandacht, vol verwondering en
ontzag zat te luisteren. Als ik dan naar
mezelf kijk: Ik ben zelf jaren heel intensief bezig geweest met mijn passies,
waarvan ik dacht dat ik ze in de dienst van God stelde. Maar ik werkte zo hard,
dat ik nauwelijks kon ontdekken wat het is om aan de voeten van de Here Jezus
te zitten en naar Zijn woord te luisteren. Als ik dan al tijd nam om met Hem te
praten was het meer een monoloog van mijn kant, dan een gesprek. Vader, dank u
voor dit en dit, ik wil bidden voor dat en dat. En daardoor ging ik toch
eigenlijk mijn eigen weg, terwijl ik toch met mijn hart de Here Jezus wilde
volgen (en ook dacht dat ik dat deed). Ik begreep niet wat het betekende om
naar Hem te luisteren. Ik wilde het best, maar ik wist niet hoe je kon horen. In de ogen van
sommige mensen is het ook verschrikkelijk ‘uncool’ om aan de voeten van iemand
te zitten. “Ja, daag, ik ga niet aan Zijn voeten zitten, ik blijf wel staan.”
Het gaat natuurlijk niet om staan of zitten, maar wel om een houding. Zitten
aan iemands voeten geeft een nederige houding aan. Je kijkt op naar iemand en
drinkt in wat die persoon te zeggen heeft. Maar wij bepalen liever zelf hoe we
dingen doen, dan dat we naar een ander luisteren. Dit is vaak een soort
onbewuste houding die we kunnen hebben in ons geloofsleven. Totdat je je
realiseert dat je het hier wel over de Here Jezus, de Zoon van God hebt. Hij
heeft ons gemaakt en gered. Hij heeft alles voor ons gegeven. Hij houdt van ons
en wil ons het beste geven. Zou je je niet elke keer heel bewust willen onderwerpen
aan Hem, willen luisteren naar wat hij te zeggen heeft? Jezus, de enige die ons
beter kent dan wijzelf? Onze houding mag zijn in nederigheid. Trouwens, zitten
aan Zijn voeten heeft ook een heel ontspannen, relaxed gevoel in zich, dus
zo erg kan het toch niet zijn? J Jezus vindt het
dus het belangrijkste dan je aan Zijn voeten zit en naar Zijn woord luistert.
Dat is eigenlijk het enige wat je nodig hebt. Het enige wat echt van belang is
en dus de basis zou moeten zijn van je dagelijks leven als christen. En in feite is
dit aanbidding in zijn diepste kern: Aan de voeten van de Here Jezus zitten en
naar Hem luisteren. Aanbidding is de
basis van je relatie met God. De basis van je stille tijd, je gebedsleven, het
gemeenteleven, het dagelijks leven. De basis van waaruit alles (wat van God is)
ontspruit. Waarom? Omdat aanbidding de plaats, het moment is waar je
communiceert met God. Als je in aanbidding bent communiceert jou geest met de
Geest van God. Hoe kom je tot aanbidding?Het is natuurlijk
mooi dat verhaal van Maria en het maakt de kern zeker duidelijk, maar Maria had
de zichtbare Jezus. Hij was toen nog op aarde en zij zat letterlijk aan Zijn
voeten. Dat is nu niet meer mogelijk. En ook al was het mogelijk...hoeveel
christenen zijn er nu? Ruim 1 miljard? Stel dat een ieder 1 keer in zijn leven
dan bij Jezus zou mogen komen. Dat zou betekenen dat er elke dag zo’n: 75 jaar (gemidd.
Leeftijd) X 365 dagen = 27375 dagen per leven 1.000.000.000
christenen/27375 = 36530 christenen per dag 36530 mensen aan Jezus
voeten zouden moeten zitten om iedereen een keer aan de beurt te laten komen.
Dat zijn elke 5 minuten 127 mensen er vanuit gaande dat de Here Jezus niet zou
hoeven eten of slapen en er 24 uur per dag, 7 dagen in de week mee bezig zou
zijn. En dan hebben we het nog niet eens gehad over mensen die bijvoorbeeld een
vliegtuig ticket niet zouden kunnen betalen. Het is niet praktisch en al
helemaal niet bevredigend. Nee, de Here Jezus wilde dat wij op elk moment
zonder belemmering bij Hem zouden kunnen komen. De vraag die nu
opkomt is: Hoe komen wij die niet meer naar de lichamelijke Jezus kunnen
afreizen aan Zijn voeten? Hoe komen wij in Zijn aanwezigheid? Dit is iets wat
ik al die jaren nooit begrepen heb en het afgelopen jaar is het kwartje
gevallen. Dit is mijn ontdekking geweest van het afgelopen jaar waar ik zo
enthousiast over ben en ik moet zeggen, het is nog steeds één grote
ontdekkingsreis. Toen Jezus stierf
scheurde het voorhangsel van de tempel. Matthëus 27:
50-51: “Jezus riep wederom met luider stem en gaf de geest. En zie, het
voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot beneden in tweeen, en de aarde
beefde, en de rotsen scheurden,” Het voorhangsel
maakte scheiding tussen het heilige en het heilige der heilige. In het heilige
mochten alleen de priesters komen. In het heilige der heilige alleen de
hogepriester één keer per jaar. Door het sterven van Jezus is het voor ons dus
mogelijk geworden om in het heilige der heilige bij God te komen. De plaats om
Hem te aanbidden. God stelt echter wel voorwaarden, waaronder wij Hem kunnen
naderen en in Zijn aanwezigheid kunnen komen. Laten we eens kijken naar Psalm
100: “Juicht de
HERE, gij ganse aarde, dient de HERE met vreugde, komt voor zijn aangezicht met
gejubel. Erkent, dat de HERE God is;
Hij heeft ons gemaakt, en Hem behoren wij toe, zijn volk, de schapen die
Hij weidt. Gaat met een loflied (=dankzegging) zijn poorten binnen, zijn
voorhoven met lofgezang, looft Hem, prijst zijn naam; want de HERE is
goed, zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid, en zijn trouw tot in verre
geslachten.” loflied:
hebreeuws is towdah, wat betekent: belijdenis,
prijs, dankzegging lofgezang:
hebreeuws: t@hillah, wat betekent: lof, prijs, lofzang,
lofprijzing Je ziet in deze
Psalm eigenlijk twee fasen in het naderen tot God. De eerste is: gaan door Zijn
poorten; de tweede is: het betreden van Zijn voorhoven. De poorten geven
toegang tot de voorhoven en de voorhoven geven toegang tot het werkelijke huis van God. Je
komt door de poort met dankzegging en door de voorhoven met lofprijs. Je ziet
dus dat in het Oude Testament het volk van Israël geboden wordt om met
dankzegging en met lofprijs bij God te komen. Wat is het verschil tussen dankzegging en lofprijs? Met dankzegging
erken je God’s goedheid. Met lofprijs erken
je God’s grootheid. De gein is dat er
in ver 5 gelijk al drie redenen staan om God te danken: “want de HERE is goed, zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid, en zijn trouw tot in verre geslachten.” Drie
onveranderlijke feiten om dankbaar voor te zijn. Richt je bij dankzegging niet
op je gevoel of op je situatie. Richt je blik op de onveranderlijke eeuwige
feiten uit God’s woord. Zijn liefde en genade, Zijn karakter en Zijn handelen
met ons mensen. Ik ga zo nog wat
dieper in op dankzegging en lofprijs, maar ik wil je eerst een opdracht
geven... Opdracht: Probeer eens een aantal redenen te bedenken waarvoor je God kunt danken en loven. Dus dingen die iets zeggen over zijn goedheid en grootheid. En dat moeten dan punten zijn die onveranderlijk zijn. Die waarheid zijn in je grootste vreugde, maar ook in je diepste nood. Schrijf ze op. Wat mij opvalt:
Alle dank/lof punten die onveranderlijk zijn komen bij God vandaan. Je kunt God
danken voor je gezondheid, maar dat kan veranderen. Je kunt God danken voor je
rijkdom of vrijheid van godsdienst in dit land, maar dat kan veranderen. God
verandert niet! Spreek trouwens
de punten die je bedacht hebt regelmatig uit in je dankgebeden naar God. Ik wil
je ook motiveren om in de bijbel te gaan zoeken naar onveranderlijke dank en
lof punten. De psalmen staan er vol mee. DankzeggingWe hebben net
naar Psalm 100 gekeken en gezien dat het volk Israël in de tabernakel en tempel
moest komen met dankzegging en lofprijs. Laten we eens kijken wat de bijbel nog
meer zegt over deze twee dingen. Eerst dankbaarheid. Genade en dankbaarheidWe gaan nu echt
flink aan de studie. Laten we eerst kijken naar twee vertalingen van Hebreeën
12:28: NBG: “Laten
wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn
en hierdoor God vereren op een Hem welbehagelijke wijze met eerbied en
ontzag” SV: “Daarom,
alzo wij een onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de genade vast
houden , door dewelke wij welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied en
godvruchtigheid.” Je ziet dat
‘dankbaar’ in de NBG door de Staten vertaling vertaald is met ‘de genade
vasthouden’. De grap is dat beide vertalingen correct zijn. In het Grieks staat
hier namelijk het woord ‘charis’ wat zowel ‘genade hebben’ en ‘dank u
wel’ zeggen betekent. Dus je houdt
God’s genade vast door dankbaar te zijn. Dankbaar zijn is hetzelfde als genade
hebben. Als we dus ondankbaar zijn staan we buiten God’s genade. Dankbaarheid
kan niet losgekoppeld worden van God’s genade. Daarnaast bereik
je met ‘ondankbaarheid’ het tegenovergestelde. Ondankbaarheid is de weg die van
God af gaat richting de duisternis: Romeinen 1:21: “Immers,
hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt,
maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in
hun onverstandig hart.” De eerste twee
stappen die leiden naar de duisternis: 1.
God niet
verheerlijken (ofwel: aanbidden) 2.
God niet
danken Het
tegenovergestelde van ‘dankbaar zijn’ is ‘klagen’. Spreek altijd
positief, klaag niet. 1 Korintiërs
10:10: “En mort niet, zoals sommigen van hen deden, en zij kwamen om
door de verderfengel.” Paulus verwijst
hier naar Numeri 21: 4-9: De mensen morren, ze waren ondankbaar na alles wat ze
van God gezien en ontvangen hadden (en dat was veel!) en God stuurt vurige
slangen en de mensen stierven. Klagen, morren vergiftigd je geest! Nu weer even
verder met de positieve kant. Dankzegging, een bevelLaten we eens
kijken naar vier teksten van Paulus over dankbaarheid. De eerste
tekst: Kolossenzen 3:15-17:
“En de vrede van Christus, tot welke gij immers in een lichaam geroepen
zijt, regere in uw harten; en weest dankbaar. Het woord van Christus
wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst
en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt
in uw harten. En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de
naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem!” Drie teksten,
drie keer dankbaarheid. Deze teksten staan aan het eind van een stuk over
heiligheid. Over de oude mens afleggen en de nieuwe mens aandoen. Binnen het
proces van heiligheid is dankbaarheid dus een gebod, een bevel. Zonder
dankbaarheid kun je een veranderd leven wel vergeten.
Dit laatste punt
is eigenlijk een heel mooi principe over hoe je keuzes in je leven kunt maken
naar God’s wil:
Twijfel je eraan
of iets wel of niet kan? De grens wordt aangegeven door deze principes. Als je
het kunt doen in de naam van Jezus en daarbij God door Hem kunt danken, dan is
het prima. Als je dat niet kun, is het niet goed. De tweede
tekst: Efeze 5:18-20
(SV): “En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt
vervuld met den Geest; Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen,
en geestelijke liederen, zingende en psalmende den Heere in uw hart; Dankende
te allen tijd over alle dingen God en den Vader, in den Naam van onzen
Heere Jezus Christus;” Deze tekst lijkt
heel erg op de vorige. Ook hier komt de tekst weer voor in een stuk over
heiligheid. In de vorige
tekst zagen we dat dankbaarheid onstaat door bezig zijn met God’s woord. Hier
zegt Paulus dat dankbaarheid onstaat als je vervuld wordt door de Heilige
Geest.
Als je gevuld
bent van de heilige Geest zul je voortdurend God danken. Dus je kunt voor
jezelf eigenlijk eenvoudig bepalen hoe vol je bent van de heilige Geest. Hoe
voller hoe dankbaarder. De derde
tekst: 1
Thessalonicenzen 5:16-18: “Verblijdt u te allen tijde, bidt zonder ophouden,
dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Christus Jezus ten
opzichte van u.“ Dit vind ik een
heel heftig stukje. Maar liefst 3 geboden of bevelen. Je zou maar net iets
verschrikkelijks hebben meegemaakt en dan dit lezen. Dit kunnen we sowieso al
niet uit onszelf. Hier hebben we zeker de Heilige Geest bij nodig. Het eerste bevel
hier is je op elk moment in elke omstandigheid te verheugen in wat God/Jezus
voor je gedaan heeft. In zijn liefde en genade. Dat is natuurlijk
verschrikkelijk moeilijk en gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar realiseer je
dat Zijn redding, Zijn liefde, Zijn trouw eeuwig is en in dat perspectief veel
zwaarder weegt dan welke omstandigheid ook. Er staat niet dat je je moet
verblijden in je ellendige omstandigheden. Je moet je verblijden in alles wat
God geeft. Zijn eeuwige redding voor ons leven torent immers boven alles uit.
Moge God ons de genade geven dit in de praktijk te brengen. Als je dit leest
zie je hoe belangrijk het is bezig te zijn om dankpunten te vinden die onder
alle omstandigheden zullen blijven.
Als we dus niet
dankzeggen staan we buiten de wil van God! Ook al doe je op het juiste moment,
op de juiste plaats het juiste werk. Reageer op de juiste manier op God’s
goedheid door dankbaar te zijn. De vierde
tekst: Filippenzen 4:6: “Weest
in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met
dankzegging bekend worden bij God.”
God doet alles
door het gebed. Maar ga nooit met een verzoek tot God zonder Hem te danken. Wat
voor vraag je ook hebt, breng het naar voren met dankzegging. OverzichtVoor het
overzicht wil ik nog even alle principes die we net in de teksten gezien hebben
op een rijtje zetten:
LofprijsWe hadden gezien
dat dankbaarheid en lofprijs stappen zijn in de toenadering tot God. We hebben
ons bezig gehouden met dankbaarheid. Rest ons nog te kijken naar Lofprijs. God woont in
lofprijs Psalm 22:3: NBG“Gij
de Heilige, die troont op de lofzangen Israels” Het hebreeuwse
woord dat vertaald is met ‘troont op’ is ook het woord voor ‘zitten in’ en
‘wonen in’. De staten vertaling zegt dan ook: SV: “Gij zijt
heilig, wonende onder de lofzangen Israels” Een bekend lied
zegt (opwekking 237): Jezus, wij verhogen U, wij erkennen U als Heer. en onze lofprijs geeft U eer. Dus als je God
prijst (met andere gelovigen samen) biedt dan in gedachten Jezus een troon aan,
om daarop plaats te nemen. Op die manier erken je Hem als koning. Een offer Psalm 13: “Hoelang,
HERE? Zult Gij mij voortdurend vergeten? Hoelang zult Gij uw aangezicht voor
mij verbergen? Hoelang zal ik plannen koesteren in mijn ziel, kommer hebben in
mijn hart, dag aan dag? Hoelang zal mijn vijand zich boven mij verheffen?
Aanschouw toch, antwoord mij, HERE,
mijn God! Verlicht mijn ogen, opdat ik niet inslape ten dode; opdat mijn
vijand niet zegge: Ik heb hem overmocht; opdat mijn tegenstanders niet juichen,
wanneer ik wankel. Ik echter vertrouw op uw goedertierenheid, over uw verlossing juicht mijn hart. Ik wil
de HERE zingen, omdat Hij mij heeft welgedaan.” Je ziet hier dat
David beschrijft dat ie midden in de ellende zit. Hij heeft het gevoel dat God
hem verlaten heeft. Hij heeft plannen en dromen die maar niet uit willen komen.
Hij heeft vijanden. Toch begint David
aan het eind van de Psalm, in geloof, God lof te zingen. Dankzegging en
lofprijs betekenen een offer. Het is niet altijd gemakkelijk. De tijden dat
lofprijzing juist van het grootste belang is, is vaak ook de tijd dat je er het
minst voor voelt. Laat je NIET leiden door je gevoelens in je reactie op God’s
onbeperkte grootheid. God’s woord vertelt je wat je moet doen. Hebreeën
13:15-16: “Laten wij dan door Hem Gode voortdurend een lofoffer
brengen, namelijk de vrucht onzer lippen, die zijn naam belijden. En vergeet de
weldadigheid en de mededeelzaamheid niet, want in zulke offers
heeft God een welgevallen.” God lofoffers
brengen... Wanneer? -
Voortdurend! Hoe? - Met onze
mond, Zijn naam belijden En als je dan
toch bezig bent...vergeet niet goed (weldadigheid) te doen en uit te delen
(mededeelzaamheid). Lofprijzen en
dankzegging is dus een offer. En het is voor God het meest aanvaardbaar als het
ons het meeste kost. Als alles ons tegen schijnt te zitten, dan is dat juist de
tijd om God het meest te prijzen – in geloof. Sterkte Lofprijs is een
geestelijk wapen. Psalm 8:3: “Uit
de mond van kinderen en zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, uw
tegenstanders ten spijt, om vijand en wraakgierige te doen verstommen.” Bij dit vers
geeft het nieuwe testament commentaar op het oude: Mattheüs 21:15-16:
“Toen de overpriesters en de schriftgeleerden de wonderwerken zagen, die Hij
deed, en de kinderen, die in de tempel riepen, zeggende: Hosanna de Zoon van
David! namen zij dat kwalijk, en zij zeiden tot Hem: Hoort Gij wat dezen
zeggen? Jezus zeide tot hen: Ja; hebt gij nooit gelezen : Uit de mond van
kleine kinderen en zuigelingen hebt Gij lof bereid?” In dit vers
citeert Jezus Psalm 8:3, maar vertaalt Hij het woord ‘sterkte’ door ‘lof’. Dus,
de sterkte van God’s volk is lofprijzing! Zelfs het allerzwakste (babies,
kleine kinderen) zijn onverslaanbaar sterk voor de vijand (satan) als zij God
prijzen. God legt de
duivel het zwijgen op als wij Hem prijzen. Waarom moeten wij de duivel het
zwijgen opleggen? Omdat hij ons altijd maar weer, dag en nacht, beschuldigd. We
zouden God kunnen vragen: “Waarom legt U Zelf de duivel het zwijgen niet op?”.
God’s antwoord is: “Omdat ik jullie het wapen heb gegeven waarmee je dat kunt
doen”. God’s heil
zien Lofprijzing
bereidt de weg tot God's bovennatuurlijke tussenkomst. Een tekst die een
beetje lijkt op Psalm 100 in die zin dat lofprijs de toegang geeft tot God. Jesaja 60:18: “Van
geen geweld zal in uw land meer gehoord worden, van verwoesting noch verderf in
uw gebied; en gij zult uw muren Heil noemen en uw poorten Lof.” Jesaja geeft hier
een beschrijving van de stad God’s, waartoe wij toegang hebben door het bloed
van de Here Jezus. In God’s
tegenwoordigheid worden we beschermd door muren van heil. Binnen deze muren
hebben geweld, verwoesting, beschadiging geen zeggingskracht. Ze zijn slechts
vage echo’s vanuit de verte. Hoe komen we
daar? Door de poorten van lof. Als je binnen de muren van heil (redding,
verlossing, bevrijding) wilt komen moet je door de poorten van lof. Geen
lofprijs...geen toegang. Lofprijs is de enige weg tot in de directe
tegenwoordigheid van God. De Psalmen staan
vol met lof. ‘psalmen’ betekent in het Hebreeuws ‘Lofprijzingen’. Dus als je
wilt leren loven moet je de psalmen gaan lezen. Je zult zien dat we er zo al
een hele hoop tegenkomen. Nog een tekst: Psalm 50:23: “Wie
lof offert, eert Mij, en baant de weg, dat Ik hem Gods heil doe zien.” Heil betekent
redding, verlossing, bevrijding. Dus degene die lof brengt (offert), baant in
zijn situatie een weg waarlangs de uitredding zich kan manifesteren. Ik wil je twee
voorbeelden hiervan uit de bijbel laten zien: Jona 2: 1-10: “En
Jona bad tot de HERE, zijn God , uit het ingewand van de vis. Hij zeide: Ik
riep uit mijn nood tot de HERE en Hij antwoordde mij; uit de schoot van het
dodenrijk schreeuwde ik, Gij hoordet
mijn stem. Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zee, en een
waterstroom omving mij; al uw brandingen en uw golven gingen over mij heen. En
ik, ik zeide: verstoten ben ik uit uw ogen, zou ik ooit weer uw heilige tempel
aanschouwen? Wateren omringden mij, zij bedreigden mijn leven, de diepte omving
mij, met zeewier was mijn hoofd omwonden. Tot de grondvesten der bergen zonk ik
neer; de grendelen der aarde waren voor altoos achter mij. Toen trokt Gij mijn
leven uit de groeve omhoog, o, HERE, mijn God! Toen mijn ziel in mij
versmachtte, gedacht ik de HERE, en
mijn gebed kwam tot U in uw heilige tempel. Zij die nietige afgoden dienen,
geven Hem prijs, die hun goedertieren is. Maar ik, met lofzegging wil ik aan U
offeren ; wat ik beloofd heb, wil ik betalen; de redding is des HEREN. En de
HERE sprak tot de vis en deze spuwde Jona uit op het droge.” In vers 2-8 stort
Jona zijn hart uit. In vers 9 begint Hij God lof te offeren en in vers 10 wordt
hij bevrijdt! God sprak tot de vis toen Jona God begon te danken en te loven. Nog een prachtig
voorbeeld: Handelingen 16:
16-26: “En het geschiedde, toen wij naar de gebedsplaats gingen, dat een
zekere slavin, die een waarzeggende geest had,
ons tegenkwam, welke aan haar eigenaars met waarzeggen veel voordeel
aanbracht. Deze liep Paulus en ons achterna , luid roepende: Deze mensen zijn
dienstknechten van de allerhoogste God, die u de weg tot behoudenis
boodschappen. En dit deed zij vele dagen lang. Maar toen dit Paulus verdroot,
wendde hij zich tot de geest en zeide: Ik gelast u in de naam van Jezus
Christus van haar uit te gaan. En hij
ging uit op datzelfde uur. Toen nu haar eigenaars zagen, dat hun kans op
voordeel verdwenen was, grepen zij Paulus en Silas en sleurden hen naar de
markt voor de overheid, en toen zij
hen bij de hoofdlieden gebracht hadden, zeiden zij: Deze mensen brengen onze
stad in rep en roer, daar zij Joden
zijn, en zij verkondigen zeden, die wij als Romeinen niet mogen aanvaarden of
volgen. Ook de menigte schoolde tegen hen samen en de hoofdlieden scheurden hun
de kleren van het lijf en lieten hen met de roede geselen; en na hun vele
slagen gegeven te hebben, wierpen zij hen in de gevangenis met bevel aan de
bewaarder hen zorgvuldig te bewaken. Daar deze zulk een bevel ontvangen had ,
zette hij hen in de binnenste kerker en sloot hun voeten zorgvuldig in het
blok. Maar omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gods lof
, en de gevangenen luisterden naar hen. Doch plotseling kwam er een zware aardbeving,
zodat de grondvesten der gevangenis schudden; en terstond gingen alle deuren
open en de boeien van allen raakten los.” Hoe moeten wij God prijzen?
Wie moeten God prijzen?
Maar kijk eens om
je heen? Ik zie niet iedereen de Here prijzen? Er is maar één soort mensen die
God niet prijst: de doden. Psalm 115:17: “Niet
de doden zullen de HERE loven , niemand van wie in de stilte zijn
neergedaald,” Dus mensen die
God niet prijzen hebben hier hun diagnose. AanbiddingHet uiten van
dankzegging en lofprijs is dus de manier om in de aanwezigheid van God te
komen. Je hebt gezien hoe belangrijk het is om doelbewust je hierin te trainen
en te oefenen. Dankzeggen en lofprijzen is de weg naar God’s aanwezigheid, maar
het is niet het uiteindelijke doel. Het doel is aanbidding. Daar moeten we nog
naar kijken... Als eerste, zoals
we door dankbaarheid God’s goedheid erkennen en door dofprijs Zijn grootheid, erkennen we door aanbidding God’s heiligheid Een houdingWe hebben in het
stukje van Maria die aan de voeten van Jezus zat al gezien dat het zitten aan Zijn
voeten een houding van nederigheid laat zien. Aanbidding is in de eerste plaats
een houding. Dankzegging en
lofprijs zijn in de eerste plaats mondelinge uitingen (spraak, zang, roepen).
Bij aanbidding is dat anders. Aanbidding is in de eerste plaats een houding van
ons hele wezen (geest, ziel en lichaam). Aanbidding is de hoogste activiteit
waartoe een mens in staat is. Door aanbidding erkennen we God’s heiligheid. Bij aanbidding is
ons hele lichaam betrokken. In de oorspronkelijke talen (Hebreeuws OT, Grieks
NT) van de Bijbel beschrijft ieder woord voor aanbidding een lichaamshouding: In het oude
testament is shachah het hebreeuwse woord dat consequent wordt gebruikt
voor het aanbidden van God. Het komt 172 keer voor in de 39 boeken van het oude
testament. De betekenis van dit woord is: aanbidden, zich neerbuigen, zich
neerwerpen (= languit op je aangezicht), ter aarde buigen. In het nieuwe
testament wordt het nog een stukje persoonlijker. Het meest gebruikte Griekse
woord voor aanbidding in het nieuwe testament is proskuneo (95 keer).
Het is in feite een samenvoeging van pros (naar toe, in de richting van)
en kuneo (kussen). Letterlijk betekent het dus ‘kussen in de richting
van’. Het wordt vertaald als: ‘de handen kussen
in bewondering’ en ook ‘de voeten kussen als hulde betuiging’. De overgang van toenadering (dank/lof) naar aanbiddingPsalm 95 laat
heel mooi zien hoe het proces werkt van het naderen tot God en de overgang naar
aanbidding. Psalm 95:1-2: “Komt,
laat ons jubelen voor de HERE , juichen ter ere van de rots onzes
heils. Laat ons met lofzang voor zijn aangezicht komen , ter ere van Hem
juichen bij snarenspel.” In de eerste 5
verzen zie je dankzegging en lofprijs (met name lofprijs). De weg om in Gods
tegenwoordigheid te komen. In de verzen 3-5
zie je trouwens weer een aantal onveranderlijke redenen om God te prijzen. Psalm 95:3-5: “Want
de HERE is een groot God, een groot Koning, boven alle goden, in wiens hand de
diepten der aarde zijn, en wiens de toppen der bergen zijn; wiens de zee is,
daar Hij ze heeft gemaakt, ook het droge, dat zijn handen hebben geformeerd.” Dankzegging en
lofprijs is niet het uiteindelijke doel. Het is de weg tot toenadering. In het
volgende vers komen we tot aanbidding: Psalm 95:6: “Treedt
toe, laten wij ons nederwerpen en ons buigen, knielen voor de HERE, onze
Maker;” Van een uiting
zijn we over gegaan in een houding. Dankzegging en lofprijs zijn de weg naar
het doel, namelijk: aanbidding., wat niet een uiting is, maar een houding. Maar het stopt
niet met de houding. Vers 7 geeft de reden waarom we God aanbidden. Waarom aanbidden
we? Vers 7: “Want Hij is onze God,...” Aanbidding
behoort alleen God toe. De daad van aanbidding is de hoogste manier om te
erkennen dat Hij onze God is. Vervolg vers 7: “...en
wij zijn het volk dat Hij weidt, de schapen zijner hand.” God’s volk hoort
Hem te aanbidden. Aanbidding erkent de relatie tussen ons als God’s volk en God
als onze Schepper en Redder. God’s stem horenMaar ook hier
eindigt het niet. Hetzelfde vers (7) gaat verder met: “Och, of gij heden
naar zijn stem hoordet!” of SV: “Heden, zo gij Zijn stem hoort” Waarom is deze
aansporing opgenomen in het gedeelte over aanbidding? Omdat het tijdens
aanbidding is dat wij God’s stem werkelijk horen! Als we aanbidden, zijn we aan
het eind van ons praten gekomen. Wanneer we klaar zijn met al ons roepen en
onze lofprijzing, worden we stil, in een houding van eerbied voor God. Dus we komen in
Zijn tegenwoordigheid met dankzegging en lofprijs. Jubelende, juichende,
uitbundige lofprijzing brengt ons in de tegenwoordigheid van God. Maar op het
moment dat we in Zijn tegenwoordigheid zijn gekomen, verandert onze reactie op
Hem in een houding van eerbied en aanbidding in de tegenwoordigheid van de
Almachtige God, waar wij open staan om Zijn stem te verstaan. Dienen uit aanbiddingHet zijn in de
aanwezigheid van God is ook een vereiste om te dienen. Dienen moet voortvloeien
uit aanbidding. We moeten nooit in God’s dienst betrokken raken zonder eerst
gemeenschap met God te hebben gehad. Maar ook andersom: aanbidding hoort altijd
gevolgd te worden door dienstbetoon. Dit laat Jezus
ook zien in Mattheüs 4:10: “Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan! Er
staat immers geschreven: De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem
alleen dienen.” Dit is een
aanhaling uit Deuteronomium 6:13: “De HERE, uw God, zult gij vrezen, Hem
zult gij dienen en bij zijn naam zweren” Lukas 10:27: “Gij
zult de Here, uw God, liefhebben uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en
met geheel uw kracht en met geheel uw verstand, en uw naaste als uzelf.” Let op de
volgorde: eerst aanbidden, dan dienen. Dienen mag nooit los staan van
aanbidding en aanbidding niet van dienen. In Geest en waarheidNaast alles wat
we al gezien hebben zijn er nog een paar voorwaarden die God stelt om in Zijn
aanwezigheid te komen. Deze worden verwoord in een heel bekende tekst over
aanbidding. Jezus zegt in
Johannes 4:23-24: “maar de ure komt en is nu, dat de waarachtige aanbidders
de Vader aanbidden zullen in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke
aanbidders; God is geest en wie Hem aanbidden , moeten aanbidden in geest
en in waarheid.” God zoekt mensen
die Hem aanbidden. Maar we moeten Hem aanbidden op Zijn voorwaarden.
De mens bestaan
uit 3 componenten volgens de bijbel: geest, ziel en lichaam. Onze ziel is heel
actief in lofprijzing en dankzegging. Maar als het aankomt op aanbidding, dan
is het onze geest die rechtstreekse gemeenschap heeft met God’s Geest. Daartoe
is onze ziel niet in staat. Het is de heilige
Geest die ons deze rechtstreekse gemeenschap met God geeft. Vervulling/doop met
de heilige Geest maakt in ons iets vrij waardoor we verstaan hoe aanbidding
behoort te zijn. We moeten God ook
in waarheid aanbidden. Waarheid vereist oprechtheid, echtheid, eerlijkheid. Je
niet beter voordoen dan je bent. Als er zonde in je leven is en je stopt het
weg voor God ben je niet ‘in waarheid’. Aanbid God alleen
in geest en in waarheid. Vraag jezelf af: “Vertel ik God dingen die ik niet in
de praktijk wil brengen? Doe ik mezelf beter voor dan ik ben voor anderen? Of
bid ik tot Hem in geest en waarheid?” Wat anderen denkenWat hebben gezien
dat het woord aanbidding in het Grieks ook “de voeten kussen betekent”. Er is
ook een passage in de bijbel waar een vrouw de voeten van Jezus kust. Laten we
daar eens naar gaan kijken. Lukas 7:36-38: “Een
der Farizeeen nodigde Hem om bij hem te komen eten; en Hij kwam in het huis van
de Farizeeer en ging aanliggen. En zie een vrouw, die in de stad als zondares
bekend stond, bemerkte, dat Hij aan tafel was in het huis van de Farizeeer. En
zij bracht een albasten kruik met mirre, en zij ging wenende achter Hem staan,
bij zijn voeten, en begon met haar tranen zijn voeten nat te maken en droogde
ze af met haar hoofdhaar, en kuste zijn
voeten en zalfde ze met de mirre.” Dit is een
heftige uiting van aanbidding zeg. Je ziet haar houding van nederigheid en
liefde voor God. Maar waar ik het accent even op wil leggen is, is de reactie
van de mensen die het zien. Dit verhaal staat in alle vier de evangeliën. Ik
heb er even 2 uitgepikt die de reacties laat zien. Marcus 14: 4-5: “En
sommigen spraken verontwaardigd tot elkander: Waartoe dient die
verkwisting der mirre? Want deze mirre had voor meer dan driehonderd
schellingen verkocht en aan de armen gegeven kunnen worden. En zij waren zeer verstoord
tegen haar.” Lukas 7: 39: “Toen
de Farizeeer, die Hem genodigd had, dat zag, zeide hij bij zichzelf: Indien
deze de profeet was, zou Hij wel weten, wie en wat deze vrouw is, die Hem aanraakt: dat zij een zondares is.” Dat zijn nou niet
echt vriendelijke reacties. Ja, ze doet ook wel raar natuurlijk. Maar het was
een eerlijke uiting van haarzelf naar Jezus. En het kon haar niets schelen wat
anderen denken. Zij besefte dat Jezus haar enige hoop wat en al haar eer
verdient. Als wij God aanbidden zou het ons net als deze vrouw niets uit moeten
maken wat anderen van ons denken. Een poosje terug
was hier op een zondag een concert van het black-gospel koor inside-out. In het
publiek stond ook een man te dansen op een nogal typische manier. Een beetje
kabouter Plop-achtig. Mijn vrouw sprak hem na die tijd. Hij zei: “Ja, ik dans
voor de Heer en het kan me niets schelen wat anderen denken”. Hij ging verder:
“Vroeger wel hoor, toen durfde ik het niet. Maar er was een verlangen in mij om
Hem te loven. Ik ben er thuis mee begonnen, met de gordijnen dicht”. Het gaat er niet
om dat we even moeten bewijzen dat wij wel durven maf te doen voor Jezus. Het
gaat om een oprechte uiting van aanbidding en ik denk dat we daar in mogen
groeien. Begin er thuis maar mee. Ik heb thuis voor het eerst geknield. Ik wil
je uitdagen de principes die ik vandaag allemaal naar voren heb gebracht in de
praktijk te gaan brengen. Rust bij GodIk wil afsluiten
met een Psalm die mij van de week bijzonder aansprak. Ik las hem met
ontroering, omdat het precies aangaf waar ik nu sta, na al die jaren keihard
werken en mijn best doen voor God...nu door aanbidding ben ik tot rust gekomen
bij Hem. Psalm 131: “Een
bedevaartslied. Van David. HERE, mijn
hart is niet hovaardig, mijn ogen zijn niet trots; ik wandel niet in grootse
dingen, noch in dingen die te wonderbaar voor mij zijn. Immers heb ik mijn ziel
tot rust en stilte gebracht als een gespeend kind bij zijn moeder; als een
gespeend kind is mijn ziel in mij. Israel hope op de HERE van nu aan en voor
immer.” Hoovaardig:
hooghartig, hoogmoedig, arrogant, vanuit de hoogte Ik weet wie ik
ben, ik ken mijn beperkingen. Ik ben maar een eenvoudige jongen, die tot rust
gekomen is bij zijn hemelse Vader. Die erkent en begrijpt, dat God zijn hoop is
en dat je ontspannen en tot rust komt als je aan de voeten van de vader bent. Vul je eigen naam
in. Ramon hope op de Here van nu aan en voor immer. Referenties Bijbel Dankzegging,
lofprijs en aanbidding – Derek Prince Aanbidding, het
antwoord van de gelovige aan God – Judson Cornwall |